| Wanneer haar oudste zoon Dan aankondigt priester te willen worden,
sluit Rosaleen Madigan zich op in haar kamer.
In de jaren die volgen verlaten haar vier kinderen een voor een het ouderlijk huis.
Dan vertrekt naar New York, waar hij voor zijn homoseksualiteit uitkomt en geconfronteerd wordt met de
gevolgen van aids; dochter Constance gaat naar Limerick en trouwt een man die door haar moeder te min wordt
bevonden; de altruïstische Emmet vertrekt naar Afrika als ontwikkelingswerker; en de charismatische, maar
alcoholistische jongste dochter Hanna droomt van een carrière alsactrice in Dublin, maar verzandt in het
moederschap.
Wanneer de kinderen zich jaren later tijdens de kerstdagen herenigen en te horen krijgen dat Rosaleen
het huis wil verkopen, wordt ieder van hen geconfronteerd met de beladen relatie tot hun moeder en tot
elkaar, en met het gemis van hun jaren geleden overleden vader.
|